Ergens in de vorige eeuw schreef een zanger/journalist dat zijn geboortedorp zowat het Sheffield van Limburg was. Niet dat er in Pelt sprake was van een steenkool- en staalindustrie die door toedoen van iron lady Margaret Thatcher helemaal teloorging. Nee, ze moesten het in dat godvergeten gat in Noord-Limburg doen met een zinkfabriekje en Karel ‘dioxinecrisis’ Pinxten. Meuris bedoelde eigenlijk gewoon dat de ‘mistroostigheid’ van de (crisis)jaren ’80 een ideale voedingsbodem was voor de muzikale omvorming van de lokale jeugd tot zwartjassen, garagerockers, punkers, metalheads. In sommige wijken was het zaak om het juiste muziekgenre te kiezen of anders ‘klop te krijgen’.
Er waren wel wat kroegen in de Kerkstraat waar het alternatievere vinyl al eens gedraaid mocht worden, maar om tot in het diepste van je poriën geraakt te worden door echte live muziek moest je bijvoorbeeld naar de Effenaar in Eindhoven, de AB in Brussel of Hof ter Loo in Antwerpen. In die tijd waren zulke verplaatsingen nog serieuze ondernemingen, tenzij iemand in je vriendenkring zich al een Opel Kadet of Fiat Panda kon veroorloven.
Een aantal jongeren vond dat er in de gemeentezaal van Pelt, naast het geluid van de trombones en klarinetten van de lokale fanfare, ook wel eens een vette gitaar mocht doorklinken. Vanaf midden jaren ’80 werden een aantal pogingen ondernomen. Dat leidde in 1987 zelfs tot een heus festivalletje (DOL festival) met o.a. bands als Cassandra Complex, Bedtime for Bonzo, Coyote and the lost Dakota’s, Raw Power en Poison Girls. Een succes. Echter, er volgden wat klachten. De sterkedrank rayon van de lokale supermarkt was fel geminderd, zonder afrekenen aan de kassa. De toenmalige burgemeester vroeg zich af waar de appels in zijn boomgaard naartoe waren. En meneer pastoor was nog niet echt mee met het concept wildkamperen. Kortom : voor de goegemeente was het net iets té dol.
Dus mocht er een paar jaren niks meer georganiseerd worden. Maar de honger bleef wel. Een goed plan drong zich dus op. EN een vette naam. Creativiteit ontstond toen nog aan café-togen en de daar ontstane hersenspinsels werden niet bewaard in de cloud, maar op de achterzijde van bierkaartjes. Die waar de naam PELTER SKELTER op stond, werd gelukkig niet per ongeluk gedelete in de wasmachine.
Met de hulp van de jeugddienst en de eerder genoemde zanger/journalist werden de zonden vergeven en in februari 1990 zat de gemeentezaal vol voor het concert van de lokale Milkmen en de Amsterdammers van Tröckener Kecks. En dan ging het snel. In de jaren die volgden liep de gemeentezaal regelmatig halfvol tot vol voor o.a. Claw Boys Claw, UK Subs, the Scene, Fuzztones, Channel Zero, L7, Noordkaap, Belgian Asociality, Nemo, Gorky, Jason Rawhead, Les Thugs, the Romans, Arbeid Adelt, Paranoiacs enz.
Praktisch was de gemeentezaal zeker niet. Meerdere bezoekers zijn onzacht beneden geraakt nadat ze enkele traptredes hadden gemist. Zelfs een 24 sporen mengtafel heeft ooit datzelfde lot ondergaan. De combinatie van bier en trappen… Maar supergezellig was de zaal zeker wel. En intussen ook redelijk bekend in het alternatieve muziekcircuit. Dus toen het gemeentebestuur besloot om de zaal te slopen en er geen enkele zaal in de buurt bleek te kunnen tippen aan het origineel, werd de stekker uit Pelter Skelter getrokken.
Tot nu dus. Inmiddels heeft Pelt met de Zinne terug een mooie concertlokatie. Net na de doortocht van het covid virus waren daar Wegsfeer en Willy’s History of New Wave te gast. Het publiek bestond voor een groot deel uit oud Pelter Skelterianen, zowel bezoekers als medewerkers. Er werd, alweer tussen pot en pint, aan een toog, zoals het hoort, door inmiddels wat oudere jongeren die hun pensioen al bijna kunnen ruiken, geopperd of PELTER SKELTER 2.0 misschien een optie zou kunnen zijn.
Inmiddels is er een clubje van een 25-tal muziekliefhebbers samengekomen, zowel oudgedienden als enkele verse en gelukkig wat jongere krachten. De eerste ideeën zijn op een Excel spreadsheet geplaatst. De leden kunnen vanop Google Drive vanalles toevoegen. Via Whatsapp groepen werd al geopperd dat er een website, een Facebookpagina en een Instagramaccount nodig zijn en dat is inmiddels ook al allemaal afgevinkt. Het organiseren op zich loopt dus iets anders dan in de vorige eeuw, maar de goesting om van PELTER SKELTER terug iets moois te maken, is nog altijd krek hetzelfde gebleven.